Civiele zaken

Inleiding en cijfers

Het werkterrein van de civiele kamer bestrijkt vele onderwerpen. De civiele zaken variëren van geschillen in de persoonlijke of relationele sfeer (alimentatie, gezagsvoorzieningen voor minderjarigen, gedwongen opneming van psychisch gestoorden) via consumentenrecht of commerciële contracten tot bijvoorbeeld gecompliceerde schadeclaims, afwikkeling van faillissementen, of volkenrecht en internationaal publiekrecht. Bovendien kan de civiele kamer in zaken waarin de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid aan de orde is, te maken krijgen met nagenoeg ieder ander rechtsgebied.

De totale instroom van civiele zaken was in 2017 425 (2016: 483). De 425 zaken waren in 183 gevallen vorderingszaken, 62 dagvaardingszaken, 167 verzoekschriften en 13 prejudiciële vragen van rechtbanken en gerechtshoven gesteld aan de Hoge Raad. De uitstroom uitspraken bedroeg in 2017: 440 (2016: 459). In 424 zaken werd een conclusie, een rechtsgeleerd advies, gemaakt door een advocaat-generaal.

Van de 440 uitspraken in 2017 (2016: 459) werden 281 zaken (2016: 257) inhoudelijk afgedaan; dat is bijna 64% (2016: 56%), 2 zaken met een art. 80a RO-afdoening (2016: 65) en 157 zaken met art. 81 RO (2016: 137). Afdoening met art. 80a RO vindt in de civiele kamer alleen bij zeer hoge uitzondering plaats; in 2017 gebeurde dat slechts in twee zaken. Een oorzaak van het geringe aantal art. 80a-afdoeningen is dat rechtsbijstand door een gespecialiseerde cassatieadvocaat in cassatiezaken verplicht is. Aan deze cassatieadvocaten worden kwaliteitseisen gesteld. Dit brengt met zich dat in verreweg de meeste zaken afdoening met art. 80a op voorhand niet in aanmerking komt. Met het geringe aantal art. 80a-afdoeningen hangt een toename van de gemiddelde doorlooptijd samen, omdat nauwelijks meer sprake is van eenvoudige zaken die vroegtijdig aan behandeling kunnen worden onttrokken. Meer uitleg vindt u in ‘2017 Uitgelicht’.

Van het totaal aantal uitspraken in 2017 (440) werd in 254 zaken het cassatieberoep verworpen en 150 zaken vernietigd. Op het totaal van het aantal zaken is 34% vernietigd. Het overige percentage betreft andere afdoeningen.

Zie ook: Cijfers en verantwoording

Digitaal procederen
Sinds 1 maart 2017 wordt bij de Hoge Raad in civiele vorderingszaken digitaal geprocedeerd. Nieuwe zaken worden digitaal ingediend door cassatieadvocaten. De uitwisseling van stukken en informatie over de zaak vindt plaats met gebruik van het digitale systeem van de Hoge Raad. Ook de procespartijen kunnen digitaal toegang krijgen tot de stukken in hun zaak. De invoering van digitaal procederen is soepel verlopen. In de eerste maanden van 2017 heeft de Hoge Raad aan advocatenkantoren gelegenheid geboden in een proefomgeving vertrouwd te raken met het systeem. Daarvan is veel gebruik gemaakt. Medio 2017 is aan advocaten gevraagd naar hun eerste ervaringen. Deze evaluatie is eind 2017 afgerond. Het systeem wordt gewaardeerd om zijn betrouwbaarheid, gebruiksgemak en snelheid. Als pluspunt is genoemd dat de griffie van de Hoge Raad in staat is vragen van advocaten over digitaal procederen te beantwoorden. Vanuit de cassatiebalie zijn goede suggesties gedaan voor de verdere ontwikkeling van het portaal; in de nabije toekomst zal de gehele cassatieprocedure digitaal worden, dus ook de civiele verzoekschriftzaken, straf- en belastingzaken. Dit wordt in stappen ingevoerd.