Parket bij de Hoge Raad

Toezicht op het Openbaar Ministerie (OM)

Artikel 122 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) bepaalt dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad de minister in kennis kan stellen van het feit dat naar zijn oordeel het Openbaar Ministerie bij de uitoefening van zijn taak de wettelijke voorschriften niet naar behoren handhaaft of uitvoert. Deze bevoegdheid van de procureur-generaal bij de Hoge Raad hangt samen met diens opdracht te waken voor de handhaving en uitvoering van wettelijke voorschriften bij de gerechten zoals omschreven in artikel 121 Wet RO. Daarmee is een juridische grondslag gegeven voor het uitoefenen van toezicht op het Openbaar Ministerie door de procureur-generaal bij de Hoge Raad. In 2012 is besloten om in dit kader thematische onderzoeken te verrichten naar de wijze waarop het Openbaar Ministerie zijn taken uitvoert. Hierbij gaat de aandacht telkens uit naar de juridische kwaliteit van de onderzochte taak.

Inmiddels zijn er in totaal vier rapporten verschenen, waarvan een in 2014 en drie in 2017.

In het eerste in 2014 in dit verband afgeronde en op 1 januari 2015 aan de minister van Veiligheid en Justitie aangeboden rapport ‘Beschikt en Gewogen’ stond de naleving van de wettelijke voorschriften bij het uitvaardigen van OM-strafbeschikkingen centraal. Dat leidde tot de signalering van een aantal knelpunten met aanbevelingen om die op te lossen. In het in 2017 verschenen rapport ‘Wordt vervolgd: Beschikt en gewogen’ is verslag gedaan van de wijze waarop door het Openbaar Ministerie gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in het eerste rapport waren geformuleerd.

Het eveneens in 2017 verschenen rapport ‘Beproefd verzet’ richt zich op de behandeling van verzet tegen een opgelegde strafbeschikking. Dit rechtsmiddel staat voor de verdachte open op grond van art. 257e Sv. In ‘Beproefd verzet’ is gekeken naar de naleving door het Openbaar Ministerie van de procedurele waarborgen in de verzetprocedure en naar de mate waarin de integrale herbeoordeling door het Openbaar Ministerie en de rechterlijke beoordeling afwijken van opgelegde strafbeschikkingen.

NIEUWSBERICHT
‘Dramatische doorlooptijden in verzetprocedure tegen OM-strafbeschikking’

‘Gedeelde informatie’ is het vierde rapport over het functioneren van het Openbaar Ministerie. De aanleiding voor het rapport voert terug naar de strafzaak tegen Bart van U., die inmiddels onherroepelijk is veroordeeld voor de levensberoving van voormalig minister Els Borst en zijn zus Loïs. Bart van U. had psychische problemen en het gevaar dat daarmee gepaard ging was kennelijk door de betrokken instanties niet goed onder ogen gezien. De Commissie Hoekstra heeft hiernaar een onderzoek ingesteld. Een van de aanbevelingen van de Commissie Hoekstra luidt dat het Openbaar Ministerie de rechter, die moet oordelen over een dwangopname in een psychiatrisch ziekenhuis, voorziet van relevante strafrechtelijke informatie.

Sinds 2016 is het OM begonnen met het structureel toevoegen van strafrechtelijke gegevens bij verzoeken tot een dwangopname in een psychiatrisch ziekenhuis. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft gekeken of hiertoe vanuit het oogpunt van bescherming van persoonsgegevens een wettelijke grondslag bestaat.

NIEUWSBERICHT
Nieuw rapport PG bij de Hoge Raad: ‘Gedeelde informatie’

Een ander onderzoek dat voortvloeit uit de aanbevelingen van de commissie Hoekstra richt zich op de naleving van de wettelijke voorschriften door het OM bij de uitvoering van de Wet DNA-V (veroordeelden). Afronding van dit onderzoek is voorzien in 2018.